Confronterende vrede bij ensemble Pynarello: ‘Heeft de oorlog altijd al in kunst verstopt gezeten?’

Afgelopen zondag kreeg ensemble Pynarello De Ovatie uitgereikt in tv-programma Podium Klassiek. De musici kregen de prijs, die jaarlijks wordt toegekend door de Vereniging van Schouwburg- en Concertgebouwdirecties, voor het programma Vrijheid & Overwinning, dat werd opgevoerd in de lente van dit jaar. Daarin speelde het dirigent-loze ensemble volgens de jury „strakker en dynamischer dan ooit.”

Dat de programma’s van Pynarello zeer het bezoeken waard zijn bewijst ook hun huidige tournee: de kerstvoorstelling Vrede.

Een kerstvoorstelling over ‘vrede’, dat klinkt natuurlijk wel erg zoetsappig. Maar bij Pyranello hoor je deze week geen uitgekauwde feestmuziek. In Vrede wordt een persoonlijk familieverhaal soepel verweven met Oekraïense volksliederen, geagiteerde strijkersklanken en snaterende blaaskwintetten. De muziek werkt troostend, misschien zelfs verzachtend, in een verhaal dat het publiek juist aan het denken zet over het gebrék aan vrede.

Het verhaal zet het publiek juist aan het denken over het gebrék aan vrede

Vrede is een samenwerking met de Nederlands-Oekraïense schrijver Lisa Weeda (1989), die in 2021 haar roman Aleksandra publiceerde. Een „verbluffend debuut” volgens NRC, waarin ze de geschiedenis van haar Oekraïense familie als uitgangspunt neemt. Dat was nog vóór de Russische inval. Nu de oorlog een dagelijkse realiteit geworden is, zet Weeda mensen vlak voor Kerstmis op scherp met een muzikale vertelling over haar hoogbejaarde oudtante Klawa, die uit Oekraïne is gevlucht en in Nederland haar draai maar niet kan vinden.

https://www.youtube.com/watch?v=DfOQ1C0EHfY

Door de evocatieve herinneringen krijg je tante Klawa scherp op je netvlies. Je ziet haar al zitten, met haar harde dijenkletser-lach, in haar appartement in Odesa, tegenover de militaire kazerne waar altijd de loden putdeksels worden gestolen. Weeda speelt in haar gedetailleerde beeldtaal handig met de vage grens tussen werkelijkheid en fictie. „Tante Klawa zit vanavond in de zaal; mooie plek op rij vier. Daar, naast die mevrouw.” Het perspectief verschuift langzaam naar de ogen van de oudtante zelf, die in een soort literair droste-effect het concert van Pynarello bezoekt en de musici backstage vermanend toespreekt. „Een kerstconcert over vrede? Jullie zijn de oorlog zeker vergeten!”

Oekraïense volksmuziek

Het verhaal wordt verweven met Oekraïense volksmuziek en uiteenlopende composities van onder anderen Bach, Korngold en Ligeti. Zo’n afwisseling wil nog wel eens rommelig of obligaat overkomen, maar niet bij Pynarello, dat altijd uit het hoofd speelt, staand, en zonder dirigent. Omdat ze geen bladmuziek voor hun neus hebben, kunnen ze elkaar voortdurend aankijken en het publiek erbij betrekken. Af en toe stapt een van de musici naar voren – fagottiste Marije van der Ende, hoornist Romain Bly – om de toehoorders betekenisvol in de ogen te kijken en een pakkende solo in te zetten. De muziekfragmenten worden zo een wezenlijk onderdeel van het verhaal, in plaats van een moment om even achterover te leunen.


Lees ook
Een interview met Lisa Weeda

Links Lisa Weeda, rechts Iva Bicanic .

Toch zit het kippenvel vooral in Weeda’s grafische beschrijvingen, zoals die van een jongen in het park in Odesa, die huilend een foto ophangt van zijn aan het front omgekomen broer. Waar de teksten soms schuren en confronteren, werkt de muziek vaak troostend en bevestigend. De lyrische aria van Levko uit de opera Meinacht van Rimski-Korsakov die erop volgt, in een instrumentaal arrangement van Hugo Bouma, eindigt in een fluisterzacht pizzicato.

Ho eens, muziek van een Russische componist, kan dat wel in een verhaal over de oorlog in Oekraïne? Lisa Weeda (of tante Klawa?) antwoordt met een tegenvraag: „Heeft de oorlog altijd al in kunst verstopt gezeten, of ga je kunst gebruiken voor oorlog?”




Leeslijst